Wat de veranderingen van Prinsjesdag voor uw financiën betekenen
Prinsjesdag betekent elk jaar nieuws over veranderingen in belastingen, zorg en wonen. Dit jaar zijn er flink wat aanpassingen die direct invloed hebben op uw portemonnee en financiële planning. In dit blogartikel leggen we helder uit wat er verandert op het gebied van belastingen, zorgkosten en wonen. Zo weet u wat je kunt verwachten en waar u rekening mee kunt houden.

Belastingtarieven: lichte aanpassingen, maar beperkte inflatiecorrectie
Vanaf 2026 worden de inkomstenbelastingtarieven aangepast. De eerste schijf gaat licht omlaag van 35,82% naar ongeveer 35,70%, waardoor werkenden en uitkeringsgerechtigden iets meer overhouden. Het toptarief blijft 49,5%, maar de grens waarboven dit tarief geldt wordt verhoogd van €76.817 naar €79.137. Dit zorgt ervoor dat een groter deel van uw inkomen tegen lagere tarieven wordt belast.
Let wel op: het kabinet past de belastingschijven en heffingskortingen voor slechts 46,2% aan de inflatie aan in plaats van volledig. Dit betekent dat u ongemerkt meer belasting betaalt over hetzelfde inkomen – een zogenaamde 'stille lastenverzwaring'. Voor mensen met lagere inkomens kan dit nadelig uitpakken, omdat hun heffingskortingen minder stijgen dan normaal.
Voor AOW'ers geldt dat hun eerste belastingschijf ruimer wordt en het tarief omlaag gaat, zodat ouderen netto meer overhouden.
Zorgkosten en verzekering: beperkte premiestijging
De zorgkosten blijven stijgen, maar minder hard dan verwacht. Voor 2026 wordt een premieverhoging van ongeveer €40 per jaar verwacht (circa €3,30 per maand). Het eigen risico blijft €385.
De zorgtoeslag stijgt beperkt mee – slechts 1 tot 2 euro per maand. Voor alleenstaanden loopt de maximale zorgtoeslag op tot ongeveer €131 per maand, voor gezinnen tot ongeveer €250 per maand. Deze stijging compenseert de hogere premie slechts gedeeltelijk.
Het advies blijft: check het aanbod van zorgverzekeringen goed en vergelijk of uw polis nog past bij uw situatie.
Wonen en hypotheek: hogere grenzen, maar ook meer belasting
De startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting wordt verhoogd naar €555.000 voor kopers tot 35 jaar in 2026. Koopt u voor meer, dan betaalt u de normale 2% overdrachtsbelasting. Dit is een substantiële verhoging ten opzichte van de €525.000 in 2025.
De NHG-grens blijft in 2025 €450.000 (met energiebesparende maatregelen €477.000). Voor 2026 zijn de nieuwe NHG-grenzen nog niet officieel bekendgemaakt.
Het eigenwoningforfait blijft 0,35% tot een WOZ-waarde van ongeveer €1.360.000. De afbouw van de Wet Hillen gaat door: in 2026 is nog maar 73,33% van het voordeel aftrekbaar. Heeft u (bijna) geen hypotheek meer, dan gaat u dus meer belasting betalen.
De hypotheekrenteaftrek blijft gemaximeerd tegen een aftrektarief dat licht daalt naar ongeveer 37,56%.
Box 3: forse lastenverzwaring voor spaarders en beleggers
In box 3 (sparen en beleggen) vinden grote veranderingen plaats. Het heffingsvrije vermogen daalt van €57.684 naar €51.396 per persoon. Voor fiscale partners daalt de gezamenlijke vrijstelling dus van €115.368 naar €102.792.
Daarnaast stijgt het forfaitaire rendement voor beleggingen en vastgoed fors van 5,88% naar 7,78%. Over dit fictieve rendement betaalt u 36% inkomstenbelasting. Spaarders en beleggers gaan daardoor aanzienlijk meer belasting betalen in 2026.
Wat betekent dit concreet voor uw portemonnee?
- Werkenden en uitkeringsgerechtigden: Door lagere tarieven in de eerste schijf houdt u netto iets meer over, maar dit wordt deels tenietgedaan door de beperkte inflatiecorrectie van heffingskortingen.
- Starters (tot 35 jaar): U profiteert van de verhoogde startersvrijstelling tot €555.000, waardoor u geen overdrachtsbelasting betaalt bij woningen onder deze grens.
- Huiseigenaren met weinig hypotheek: Door de verdere afbouw van de Wet Hillen betaalt u meer belasting.
- Spaarders en beleggers: Uw belastingdruk stijgt aanzienlijk door het lagere heffingsvrije vermogen en het hogere forfaitaire rendement.
- Zorgverzekeringen: Uw vaste lasten stijgen met ongeveer €3,30 per maand, wat slechts beperkt wordt gecompenseerd door een hogere zorgtoeslag.
Het kabinet wil met deze maatregelen enerzijds de koopkracht enigszins beschermen en anderzijds de overheidsfinanciën op orde houden. Door de beperkte inflatiecorrectie en de verschuivingen in de belastingdruk is het extra belangrijk om u goed voor te bereiden op de veranderingen.