Na de geboorte van een kind heeft ook de andere ouder het hoofd niet bij zijn of haar werk. Met partnerverlof krijgt ook de partner extra verlof.
De ouder die zwanger is krijgt zwangerschapsverlof. Het verlof duurt minimaal zestien weken. Het gaat meestal in tussen vier en zes weken vóór de uitgerekende datum. Na de bevalling bestaat er ook nog weer recht op tien weken verlof of meer. Voor de partner (de andere ouder) bestaat er sinds 2020 ook recht op een langer verlof, maar werkgevers zijn niet verplicht om het salaris voor honderd procent door te betalen.
Hoeveel dagen geboorteverlof krijg ik?
De term geboorteverlof wordt gebruikt, maar de regeling is ook bekend onder de namen partnerverlof of kraamverlof. Sinds juli 2020 is de regeling ruimer geworden. U heeft in ieder geval recht op vijf werkdagen honderd procent betaald geboorteverlof. Daarna heeft u nog recht op vijf weken aanvullend geboorteverlof. Dit verlof kunt u opnemen nadat u het eerste geboorteverlof van uw aantal werkuren per week hebt opgenomen. Het aanvullend geboorteverlof gaat via het UWV en vraagt uw werkgever voor u aan. U krijgt een uitkering van zeventig procent van uw dagloon. Sommige werkgevers vullen het aan tot honderd procent.
Er zijn ook voordelen voor werkgevers
De geboorte van een kind heeft ook op de ouder die de bevalling niet doormaakt een grote impact. Binnen het huishouden betekent het veel en alle handjes zullen nodig zijn om alles draaiende te houden. Door de partner de kans te geven op verlof, zal er minder vaak sprake zijn van ziekteverzuim of afwezigheid om het thuisfront. Jonge ouders zullen het ook als een privilege zien.
Het deels doorbetalen van het loon kan een obstakel zijn
Tijdens het partnerverlof zorgt het UWV voor de doorbetaling van het inkomen. De werknemer krijgt dus eigenlijk tijdelijk een uitkering van het UWV. Werkgevers kunnen in de cao vastleggen dat er recht bestaat op honderd procent doorbetaling, maar dat hoeft niet. Door de gedeeltelijke doorbetaling kunnen de partners besluiten om het verlof niet op te nemen. Het gaat vooral om gezinnen die met honderd procent van het salaris al moeilijk rond kunnen komen.
Zzp’ers hebben geen recht op geboorteverlof. Dit voordeel is alleen weggelegd voor werknemers. De gedachte hierachter is dat zelfstandigen zelf hun tijd in kunnen delen. Daardoor zouden ze al flexibeler zijn in vergelijking met werknemers.